[wonderplugin_slider id=6]
De selectie van Heracles neemt deel aan een onderzoek.
De kwaliteit van de achillespezen wordt onderzocht.
De bruikbaarheid van MSK echografie en UTC worden met elkaar vergeleken.
Ultrasound Tissue Characterization
In de wandelgangen UTC Imaging genoemd. Het is een gespecialiseerde vorm van echografie. Een vorm van weefsel karakterisering, waarbij de kwaliteit van de pees in getal kan worden uitgedrukt.
Vanwege de techniek is UTC bruikbaar bij “recht” verlopende pezen. Zoals achillespees, kniepees en hamstringspezen (proximale aanhechting). Niet bij pezen met een bocht in het verloop.
Prof Dr Hans van Schie is de grondlegger van UTC. Oorspronkelijk werd dit gebruikt in de paardensport. Maar pezen zijn pezen. Het blijkt zeer goed bruikbaar op humaan (menselijk) peesweefsel. Inmiddels is deze vorm van peesonderzoek goed onderbouwd.
Niet te verwarren met Ultrasound Tissue Characterization voor inwendige organen. De backscatter (verstrooiing) wordt gemeten. En gebruikt voor diagnostiek van aandoeningen van lever, bot, spier, milt e.d. Toevalligerwijs is de benaming hetzelfde. Maar de onderliggende techniek is wezenlijk anders.
Australian football spelers worden 1x per maand gescand. Sam Rosengarten, sportfysiotherapeut MSc, heeft hierover enkele artikelen gepubliceerd. Doel is om de kwaliteit van achilles- en kniepezen in de gaten te houden. En zo het aantal blessures te verminderen. Of te voorkomen.
Met een scanner wordt elke 0.2 mm een plaatje gemaakt. De pees wordt bekeken over 12 cm lengte. Met speciale software wordt een 3D-beeld gemaakt. Volgens een algoritme wordt het weefsel gekleurd (“characterized”). Dan wordt een dwarse doorsnede gekozen. Of een bepaald volume van de pees. En de verhouding van 4 soorten peesweefsels uitgerekend.
Met “gewone” echografie kan een aandoening worden vastgesteld. En daarmee houdt het op. Monitoren van de behandeling van peesklachten is niet bewezen.
UTC Imaging biedt meer mogelijkheden:
- Het opsporen van een peesaandoening voordat er klachten zijn. Belangrijk voor bijvoorbeeld topsporters.
- De verhouding aangeven tussen gezond, sub-optimaal, gedesintegreerd en amorf (lees: ‘dood’) peesweefsel.
- Vaststellen van een geschikte therapie op basis van de gevonden waarden.
- Het monitoren van de behandeling in maat en getal. Gaat de pees vooruit of juist achteruit door de behandeling.